Zeggen dat 2020 een bijzonder jaar was, is mild uitgedrukt. De Covid-19-schok was fors en zorgde voor een diep dal in veel metaalprijzen. Het herstel was vervolgens krachtig en bracht de prijzen soms naar nieuwe hoogtes. In 2021 wordt het allemaal iets anders, zo lijkt. Gunstige groeivooruitzichten, sterkere vraag naar metalen in China en een breed gedragen positief sentiment. Dan profiteren de cyclische metaalmarkten natuurlijk als eerste. Maar schijn kan bedriegen.
Economie in de VS
China dicteert industriële metaalmarkten, dat blijft ook in 2021 zo. Maar dat neemt niet weg dat ook de grootste economie ter wereld – de VS – nog veel invloed heeft op de prijstrends. In de VS gaat het een stuk beter, in economisch opzicht dan. ABN AMRO heeft daarom onlangs de economische verwachtingen voor de VS naar boven bijgesteld. We hebben nu een sterkere groei van de economie, een minder verruimingsgezinde Fed en hogere rentes ingetekend. In dit licht trekt de industriële bedrijvigheid aan en dat voedt de vraag naar metalen. Maar het is ook een prima voedingsbodem voor een sterkere dollar. Met de betere economische vooruitzichten neemt de vraag naar dollars immers toe. In de regel brengt dit vervolgens weer druk op metaalprijzen.
Economische cyclus geeft de metaalmarkten richting
De opgewekte stemming onder speculanten in basismetaalmarkten van de afgelopen maanden hing sterk samen met de positieve economische cyclus. De economische trend in China bleek de belangrijkste motor voor groei van de vraag naar basismetalen en dat stuwde de prijzen. Ook dit jaar gaat China de stemming in metaalmarkten bepalen.
Niets is echter in beton gegoten. De uitrol van een werkend vaccin vormt natuurlijk een solide basis voor positief sentiment, maar het stijgende aantal gevallen van het coronavirus in sommige delen van de wereld blijft zorgwekkend. Zolang die onzekerheid blijft, dan blijven ook de prijzen volatiel.
De vraag naar basismetalen in de VS en Europa krijgt na het tweede kwartaal pas meer tractie. De vraag in China keerde al vroeg terug boven het pre-Covid-19-niveau. Daarbij kwam bovendien dat de centrale bank van China de rentes ongemoeid liet. Dit betekent dat de liquiditeit in metaalmarkten gunstig blijft en dat is positief voor de vraag naar basismetalen. Vooralsnog.
Chinese steunpakketten geven staalsector lucht
Het marktsentiment in de staalsector is nog positief, met name door de verbetering van de economische bedrijvigheid. Het veerkrachtige herstel van de autosector in China heeft aanleiding gegeven tot meer optimisme. Ook de autoverkopen in de VS en Europa herstellen zich langzaam maar zeker. Daarbij komt dat de bouwactiviteit in China groeit, mede geholpen door gerichte steunmaatregelen.
De vraaguitval door de pandemie dreef de Chinese staalindustrie in de armen van de overheid. De vraag naar staal werd daarna vooral aangejaagd door de uitgaven van de Chinese overheid aan infrastructuurprojecten. In China moeten echter veel bouwlocaties hun activiteit de komende weken staken vanwege een strikter beleid wat betreft Covid-19 bestrijding. Uit de meest recente inkoopmanagersindex (PMI) blijkt dat ook in andere sectoren de inkoopmanagers voorlopig minder groei verwachten. Het geeft aan dat onzekerheid nog groot is en dat gerichte overheidssteun de dobber is waar de metaalmarkten op drijven.
De vooruitzichten voor veel metaalmarkten lijken gunstig. Het mondiale economische herstel gedurende dit jaar biedt een solide basis voor de vraag, maar de afbouw van economische steun (bijv. in China) kan voor barsten in het positieve sentiment zorgen. En de cyclische industriële metaalmarkten deinen dan weer keurig mee.
Deze column heeft op 11 februari in het vakblad Vraag & Aanbod gestaan onder de titel ‘Geen apatische metaalmarkten’.